Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want Gij zijt mijn [37]Lamp, o HEERE, en de HEERE doet mijn [38]duisternis [39]opklaren. 37. Of, kaars, lantaarn; dat is, oorzaak en auteur van al mijn voorspoed, blijdschap en troost. 38. Dat is, tegenspoed, droefenis, ellende. Zie Gen.15:12. 39. Hebreeuws eigenlijk, Hij doet mijn duisternis blinken, Hij maakt haar blinkende.